Een lamp aan- of uitdoen met een schakelaar is heel normaal in huis. Soms wil je in een kamer een lamp extra kunnen bedienen of is een oude schakelaar kapot. Dan is het handig om te weten hoe je een enkelpolige schakelaar zelf aansluit. Dit klinkt misschien lastig, maar met een beetje uitleg kun je dit klusje prima uitvoeren.
Zo werkt een enkelpolige schakelaar
Een enkelpolige schakelaar zorgt ervoor dat je één lamp vanaf één plek kunt aan- of uitzetten. Dit type schakelaar bestaat uit twee aansluitpunten. Aan de ene kant sluit je de draad van de stroomtoevoer aan, aan de andere kant de draad die naar de lamp loopt. Zet je de schakelaar om, dan gaat er stroom naar de lamp of juist niet. Deze eenvoudige techniek wordt het meeste gebruikt in slaapkamers, gangen of op zolder.
Voorbereiding en veiligheid bij het aansluiten
Voordat je begint, is het erg belangrijk om de stroom eraf te halen in de groepenkast. Dit doe je door de juiste schakelaar van de stopcontacten en verlichting om te zetten naar ‘uit’. Gebruik daarna een spanningzoeker om te controleren of er echt geen stroom meer op de draden staat. Pas als je zeker weet dat er geen spanning op staat, kun je veilig werken. Zorg dat je ook altijd goed gereedschap hebt. Je hebt nodig: een kleine schroevendraaier, een kniptang, een striptang en natuurlijk de enkelpolige schakelaar.
De juiste draden verbinden
Het aansluiten van de enkelpolige schakelaar begint met het goed bekijken van de draden. In huis lopen meestal drie soorten draden. De bruine draad is de fasedraad en die voert de stroom aan. De blauwe draad is de nuldraad en zorgt voor de afvoer. Bij het aansluiten van een enkelpolige schakelaar gebruik je alleen de bruine draad. Deze sluit je aan op het eerste gat van de schakelaar. De andere bruine draad loopt van het tweede gat naar de lamp. De blauwe draad blijft in de wanddoos en loopt van de lamp naar de groepenkast, hier hoef je niets aan te doen. Zet alle draden goed vast en zorg dat er geen losse stukjes koper uit de schakelaar steken.
Afronden en testen
Na het aansluiten plaats je de schakelaar voorzichtig terug in de inbouwdoos. Zet hem daarna vast met de bijgeleverde schroefjes. Klik het afdekplaatje erop zodat alles netjes is weggewerkt. Schakel nu in de groepenkast de stroom weer in. Test of het licht werkt door de schakelaar aan en uit te zetten. Werkt het niet? Zet de stroom weer uit en kijk goed na of alle draden goed vastzitten en op de juiste plek verbonden zijn.
Met geduld en aandacht kun je zelf een enkelpolige schakelaar vervangen of aansluiten. Dit kleine klusje zorgt weer voor veel gemak in huis. Veilig werken is hierbij altijd het belangrijkste punt. Zo maak je jouw huis weer een stukje praktischer, zonder ingewikkelde techniek.